De technologische vooruitgang gaat snel, daar bestaat weinig twijfel over. We leven waarschijnlijk in een tijd waarin de ontwikkelingen zo snel gaan dat we het nauwelijks kunnen bijhouden. Ik herinner me dat mijn vader thuiskwam toen ik klein was met de allereerste ‘elektronische rekenmachine’. Het had felgroene lampjes en kon optellen en weghalen en we konden een reeks cijfers typen om grove woorden te spellen als je ondersteboven naar het scherm keek…!
Er waren toen nog geen personal computers; zelfs het “whiteboard” was nog niet uitgevonden, mijn leraren gebruikten nog steeds krijt op een schoolbord. Goh ik ben oud… !
In mijn leven zijn de zaken dramatisch vooruitgegaan. Nu kan een leraar in Thailand een les “live” geven aan een student in Turkije met behulp van een “elektronisch whiteboard”. Niet alleen dat, maar de student kan zijn werk terugsturen over de ether en het kan worden gemarkeerd en teruggestuurd, en binnen enkele uren thuiskomen, ondanks de duizenden kilometers afstand. Vroeger duurde het een paar dagen voordat mijn moeder en vader brieven kregen van de school, op slechts 25 kilometer van mijn huis.
Veel mensen zijn nu omringd door technologie. Er zijn van die clichés die suggereren dat je mobiele telefoon meer kracht heeft dan de mainframes die mensen naar de maan stuurden. Maar het is erger dan dat. Uw mobiele telefoon heeft meer technologische kracht dan die desktopcomputer die u een paar jaar geleden kocht. De wet van Moore suggereert dat de kracht van technologie elke 18 maanden verdubbelt. De technologische mogelijkheden lijken exponentieel te groeien.
Dit betekent dat we ons allemaal bewust zijn van de immense kracht van technologie en daarom zoeken we vaak oplossingen voor problemen door te zoeken naar een technologisch antwoord. De retailsector is een goed voorbeeld waar technologische oplossingen een duidelijke impact kunnen hebben op de business.
Stel, u bent supermarkteigenaar en u moet de prijskaartjes in de schappen aanpassen. Dat kost tijd en mensen om het te doen. De wet vereist dat je prijzen weergeeft, maar als goede retailer wil je je prijzen dagelijks aanpassen om er zeker van te zijn dat je winst maximaliseert. Maar daarbij moet u de kosten accepteren van het wijzigen van al die prijskaartjes in de schappen onder de producten die in de uitverkoop zijn. Voer de elektronische planktag in. Dit is opgenomen in de schappen en als iemand de prijs wijzigt in de centrale database die de kassaprijzen beheert, wordt ook de schapprijs in al uw winkels bijgewerkt. Dit is een duidelijk technologisch voordeel, waardoor supermarkten hun winst kunnen vergroten.
Focussen op technologie kan een bedrijf echter soms in de verkeerde richting sturen. Zo zijn er inmiddels bedrijven bezig met ’emotiedetectoren’. Het idee is dat deze in winkels worden geplaatst, zodat een computer de emotionele toestand van shoppers kan analyseren, wat leidt tot aanpassingen in displays om de shopper op te peppen. Leuk idee, een grote technologische vooruitgang. Maar winkels hebben al een fantastische emotiedetector – een verkoopassistent. Het menselijk brein heeft miljoenen jaren van evolutie die heeft geleid tot een belangrijke emotionele sensor in elk van onze hoofden. Je weet dat je de stemming om je heen kunt voelen zonder zelfs maar naar mensen te kijken. De “emotiedetectoren” zijn lang niet zo goed als de technologie in je hoofd.
Evenzo experimenteren kledingretailers met “virtuele spiegels”. Het idee is dat mensen verschillende soorten kleding kunnen passen en tegelijkertijd kunnen zien hoe ze eruitzien in verschillende outfits. In wezen is het een groot scherm waarop afbeeldingen worden opgeslagen van elke outfit die een shopper probeert en vervolgens al die afbeeldingen tegelijkertijd toont. Maar zelfs als iemand zichzelf kan vergelijken met het dragen van hun outfit, zullen ze waarschijnlijk thuiskomen voor hun partner om iets te zeggen als “waarom heb je die kleur gekocht?” Vaak kunnen mensen niet beslissen wat bij hen past, maar andere mensen kunnen direct zien welke kleding er goed uitziet. In plaats van een virtuele spiegel, heb je alleen een vriend nodig die de meer geavanceerde technologie in hun hoofd zal gebruiken om te zeggen wat je goed staat.
Soms raken we zo verslaafd aan technologie dat we aannemen dat het het antwoord op onze problemen moet geven. U kunt nu bijvoorbeeld een groot aantal technologische add-ons krijgen om uw e-mails te beheren. Toch heb je al een beter beheersysteem, de technologie in je brein waarmee je alleen maar je houding ten opzichte van e-mail hoeft te resetten en plotseling wordt het beheerd. Mensen besteden nu uren aan het beheren van de apps die hun e-mails beheren, terwijl ze alleen maar hun hersens hoeven te gebruiken.